mijn kijk opKun je als ouders voorkomen dat je kind drugs gaat gebruiken
Dagelijks komen er talloze hulpvragen bij de jeugdzorg binnen. Wachtlijsten nemen toe. Waar ligt dat toch aan? De mensen in de jeugdhulpverlening doen hun uiterste best om de wachtlijsten aan te pakken. Van overheidswege wordt er ook genoeg gedaan. Zijn er blinde vlekken die we op één of andere manier niet in beeld krijgen? En wat als je concludeert dat je kind verslaafd is?
Conflicten tijdens de pubertijd bij jongeren
Jongeren kunnen tijdens de pubertijd al ontsporen. Vaak zien ouders het niet altijd goed aankomen. De omgeving vaak wel. Uiteindelijk loopt het uit op een conflict, en misschien zijn er al een aantal conflicten geweest. Tijdens de pubertijd komt het er op aan welke keus de jongere gaat maken. Kan de omgeving misschien bijsturen in die keus? Waarschijnlijk wel maar de situatie vóór het conflict is natuurlijk heel belangrijk. Beginnende verslaving aan alcohol, wiet of cocaïne leidt vaak tot conflicten die niet bij een ‘normale’ pubertijd horen. De verslaving zal een wig gaan drijven tussen de relatie met ouders en kind.
Verslaving en drugs in de cultuur van jongeren
Dagelijks werk ik met jongeren die te kampen hebben met verslavingsproblematiek. In mijn werk en leefomgeving krijgen jongeren al op jonge leeftijd met de verleiding van verslavende middelen te maken. Vooral het alcoholgebruik onder pubers lijkt toe te nemen. Wat kunnen we hiertegen doen? Jongeren zullen in eerste instantie niet toegeven dat ze verslaafd zijn. Intussen veroorzaakt het drinken van alcohol wel schade aan de gezondheid van de puber. Dit heeft weer gevolgen voor later. Verslaving is niet iets wat je zomaar even aanpakt. Daar is professionele zorg voor nodig.
Kliniek voor jongeren
Verslavingsklinieken doen goed werk maar het ligt vervolgens aan de jongere hoe hij zijn leven verder in gaat delen. Jongeren komen soms na een korte of lange behandeling terug in de oude leefomgeving. Vervolgens constateert de jongere dat de omgeving nog steeds hetzelfde is. Zijn vrienden zijn er ook nog steeds. Het oude ‘vertrouwde’ blijkt voor de jongere nu ineens een onveilige omgeving te zijn geworden. Er vallen na een opname nog teveel jongeren terug in hun oude gedrag doordat de leefomgeving niet veranderd is. Heeft het dan nog wel zin om in behandeling te gaan? Ja. Absoluut! In behandeling gaan is altijd beter dan het niet te doen. De jongere neemt voor korte of langere tijd afstand van de onveilige omgeving. Hierdoor leert hij te reflecteren op zijn oude gedrag en zijn leefomgeving. Door zijn zwakten te leren kennen kan hij zich sterk maken tegen zijn verslaving. De jongere wordt ook geholpen om op een goede manier in de maatschappij terug te keren. Er is volgens mij meer nodig maar dat is iets waar de jongere eigenlijk machteloos tegenover staat. En misschien ouders en omgeving ook wel.
Veilige omgeving kind
Verslavende middelen zijn overal. Neem alleen maar de toenemende Gameverslaving. Dat ontwikkelt zich in de meeste gevallen gewoon thuis. Heel onschuldig lijkt ook de ‘eetverslaving’. De vraag is ook hoe lang iemand verslaafd blijft. Er zijn mensen die komen volledig vrij van verslaving. Weer anderen niet maar die kunnen ook niet voor altijd in behandeling blijven. Van overheidswege wordt er alles gedaan om de problematiek terug te dringen maar het blijkt niet afdoende. De blinde vlek kan wel eens liggen in onze eigen omgeving en, misschien wel in onze eigen mentaliteit. Ik zag eens een documentaire over ‘Comazuipen’ van het TV-programma Zembla. Een meisje van veertien jaar was na een alcoholvergiftiging opgenomen in het ziekenhuis. Ze had niet veel meer moeten drinken want dan was het fataal afgelopen. Ik was stomverbaasd dat de ouders toelieten dat het meisje weer alcohol ging drinken. Jongeren verdienen een veilige omgeving en als dat thuis al niet meer is waar dan wel?
Kerk
De kerk heeft landelijk misschien aan terrein verloren maar er liggen kansen om vanuit de kerk (opnieuw) een bijdrage te leveren in de hulp aan verslaafde jongeren. In veel gevallen maak ik het mee dat de hulpverlening problemen oplost die wel helpen maar, helaas ook de afstand tussen kinderen en ouders juist vergroot. Hoewel het in sommige gevallen natuurlijk niet anders kan. Deze ontwikkeling loopt parallel met het moment dat het juist anders moet zijn. Er moet gewerkt worden aan de relatie ouders en kind. Op die manier blijft er een onafgemaakte relatie liggen. Brokstukken die niemand kan of durft te lijmen. Hier gaat het mijns inziens niet helemaal goed. Ook ben ik niet van mening dat hier de oplossing ligt. Dit is meer een constatering dan een verwijt uit verschillende praktijksituaties. Het kind dat verslaafd is hoeft niet een falen van de ouders te zijn. Echter het is wel raadzaam om als ouders te reflecteren waar het met de puber fout is gegaan.
Drugs en preventie
Vervolgens moet de conclusie worden getrokken dat je als ouders machteloos staat tegenover je verslaafde kind. Ondanks die machteloosheid is het van belang dat er begrip is voor de de jongere. Begrip tonen is de basis voor een veilige omgeving. In veel situaties schreeuwen jongeren het letterlijk uit tegenover ouders en tegen hulpverlening dat men hem niet begrijpt. Begrip tonen is misschien wel één van de belangrijkste voorwaarden voor een preventieve aanpak. In verschillende gesprekken met verslaafde jongeren blijkt dat men geen relatie met de kerk heeft. Men spreekt zich uit over het feit dat de kerk niets van zich laat horen. De kerk kan een preventieve rol spelen door jeugdpastoraat toe te passen vanaf jonge leeftijd. De jongere moet vroeg bij het pastoraat betrokken worden. Het moet niet zo zijn dat jongeren pas bezocht worden als ze in de problemen gekomen zijn. De jongere kan dan nergens op terug vallen. Voor de kerk is er in ieder geval werk aan de winkel. Jongeren zijn niet altijd op zoek naar ingewikkelde theologische antwoorden. De kerk heeft misschien niet één twee drie de oplossing maar wel een antwoord: Liefde en aandacht. Dit kan vorm krijgen in een persoonlijke relatie met een jeugdwerker van de kerk. Daarnaast is het belangrijk dat met en voor de jongere gebeden wordt.
Ouders en verzorgers
Ouders en verzorgers hebben een belangrijke rol in het voorkomen van drugs of alcoholgebruik. Het klinkt eenvoudig maar dat is het niet. Voorkomen lukt helaas niet altijd. Jongeren kunnen al vanaf hun twaalfde gaan experimenteren met alcohol, roken of drugsgebruik. Voor de meesten is het een logische zaak dat ze daar nog niet mee bezig gaan maar er zijn bepaalde risicogroepen die er wel open voor staan of kwetsbaar voor zijn. Gebroken gezinnen, laag niveau, groepsdruk, prestatiedruk op school, misbruik of mishandeling thuis. Als er thuis een goede basis is voor eerlijkheid, respect en vertrouwen is de kans kleiner dat een jongere vroeg met alcohol- of drugsgebruik begint. Tevens is er een basis wanneer dat wel het geval is, dat goed met de jongere te bespreken. Stel duidelijke regels om tot minimaal het achttiende levensjaar niet te drinken, geen drugs te gebruiken en niet te roken. Nogmaals het blijft een lastige taak om hierin standvastig te blijven. Maar word niet angstig en ga vooral niet de leuke ouder of verzorger uithangen die toegeeflijk is om de jongere toch daarin de ruimte te geven. Soms kan dat goed gaan maar in de meeste gevallen ontwikkelt ons brein juist in de pubertijd een verslaving.
Patronen en cultuur verbreken
Het zit in onze Nederlandse cultuur ingebakken dat alcohol en roken op jonge leeftijd vrij normaal zijn. Kennelijk vinden we het ook moeilijk om grenzen te stellen of afspraken maken en die ook nakomen. Verslavende middelen zijn gemakkelijk verkrijgbaar. Alcohol is overal te koop, cannabis word gedoogd, xtc is volop aanwezig in het uitgaanscircuit en kost ook nog weinig. Controle is er haast niet. Elke volwassene met kinderen zal erkennen dat het vroeger niet zo erg was als in de tijd van hun kind. Waarschijnlijk lijkt dat maar zo. Het vraagt wel alertheid om erop toe te zien hoe je kind ermee omgaat. Verbreek in ieder geval oude patronen waarin je als volwassene ook jong alcohol ging gebruiken. Leg duidelijk uit hoe dat was en waarom je nu wilt dat het anders moet. Stel grenzen en bied alternatieven.