mijn kijk op

Evolutie en het opvoedingsideaal

De evolutietheorie als analogie voor de zoektocht naar het opvoedingsideaal: een essay geschreven in het jaar van Darwin.

Inleiding

Sinds Darwin in 1859 zijn On the Origin of Species publiceerde zijn de evolutietheorie en haar implicaties de oorzaak van een tot op heden onbesliste verdeeldheid binnen de wetenschap. Voorstanders van de natuurlijke selectie hebben vele biologische en geologische studies gedaan om het onvolledige verhaal der evolutie te completeren. Tegenstanders beroepen zich op het grote verschil tussen mensen dieren (wij cultureel onderlegde wezens kunnen toch nóóit van die apen afstammen?!), op religieuze gronden of zij verwerpen de mogelijkheid dat de evolutietheorie überhaupt waar kan zijn: wat ik niet zie, dat is er niet. Naarmate het onderzoek naar het verloop van de evolutie vordert, vindt men echter steeds meer bewijzen die aantonen dat de natuurlijke selectie en daarmee de ontwikkeling van soorten uit hun voorouders een stuk aannemelijker is dan het Bijbelse scheppingsverhaal.

Behalve dat de evolutietheorie ons bestaan verklaart, is het ook een analogie voor de menselijke drang ons nageslacht zo goed mogelijk op te voeden. Immers, hoe beter voorbereid op het leven, hoe groter de kans dat we nog lang zullen voortbestaan. Deze neiging naar perfectionisme uitte zich al lang geleden in de zoektocht naar kennis over het ontstaan van de mens, ideeën over de ideale samenleving en het geloof in de maakbaarheid van het kind, dat zijn wortels had in het vroeg zestiende-eeuwse Humanisme. Vooral de overtuiging dat kinderen kunnen worden gevormd tijdens de opvoeding en als volwassenen een deel kunnen vormen van de ideale maatschappij die hun opvoeders voor ogen hebben illustreert de groeiende aandacht voor de verbetering van de menselijke soort.

Deze enigszins sociaaldarwinistische tendens is echter geen bewust proces. De neiging om onze kinderen het juiste onderricht te geven vindt plaats zonder dat de mensheid dit daadwerkelijkheid beseft en ook zonder dat duidelijk is naar welk doel precies wordt gestreefd. Wat ik in dit essay graag ter overweging wil stellen is het volgende: de evolutietheorie is niet alleen een aanvaardbare verklaring voor ons bestaan, maar net zo`n blindelings proces als onze onbewuste goede bedoelingen om het nageslacht vooruit te helpen.

Opvoeding in sociaalhistorische context

Met de komst van de evolutietheorie is het niet verkeerd ons af te vragen in hoeverre kinderen nog opvoedbaar zijn. De natuurlijke selectie heeft in de eerste plaats betrekking op de lichamelijke conditie van de soort, zodat logischerwijs de fysiek zwakkeren wegvallen, maar op nummer twee komt, zeker gezien de huidige maatschappelijk welvaartstandaard, dat de beste kennis en middelen ook garant staan voor overleving van de soort.

De opeenvolgende opvoedkundige stromingen die zich manifesteerden na de door de Kerk gereguleerde Middeleeuwen reflecteren de veranderende kijk op mensen en hun mogelijkheden. Zoals Erasmus als actief humanist in de zestiende eeuw er heilig van overtuigd was dat kinderen in alle opzichten maakbaar waren, zo was de beroemde verlichte pedagoog Rousseau ruim honderd jaar later van mening dat kinderen individuen waren met unieke eigenschappen, voor wie een opvoeding bestaande uit lichte sturing voldoende was (Bakker et al., 2006). Zoals in het boek Opvoeding als spiegel van de beschaving (Koops et al., 2008) ook al zo treffend aan de orde wordt gesteld: het doel en de inrichting van opvoeding zijn afhankelijk van de sociaalhistorische context.

De veranderingen in het gedachtegoed over opvoeding kunnen tevens worden afgelezen aan de manier waarop tegen kinderen wordt aangekeken. Tegenwoordig is het kind echter niet alleen een spiegel van de beschaving, maar zowel een spiegel van de evolutie als van de culturele ontwikkeling. Of zoals de etholoog Van Hooff (2007) het zo prachtig verwoordt: “Het jonge individu zet niet alleen bestaande tradities voort door van de ouderen de adaptieve gedragsvarianten over te nemen (…) Het kind is ook, meer dan ouderen, de bron van innovaties, die zich vervolgens weer (…) verbreiden over de populatie.” Het belang dat wordt gehecht aan kinderen is in de loop der eeuwen alsmaar gegroeid en zal waarschijnlijk alleen maar toenemen door de zoektocht naar het ideaal.

Een zoektocht zonder einde

Het probleem bij deze queeste naar het beste, het volledigste en meest nuttige is dat we niet in staat zijn te definiëren wat ons ideaal precies inhoudt. Wij, mensen, weten gewoonweg niet precies wat we willen bereiken met alle onderwijsmethoden, -projecten en -programma`s om ons nageslacht tot betere prestaties te brengen.

Om verder te borduren op de geschiedenis van de opvoedkunde: in de eerste helft van de negentiende eeuw fungeerde het Nut als denktank voor opvoeding en onderwijs, waar de ouders de taak hadden op te voeden tot huiselijke deugdzaamheid, terwijl aan het einde van de negentiende men veel nadruk op gewetens- en karaktervorming van het kind legde, ervan uitgaande dat deugdzaam gedrag alleen niet genoeg was: kinderen moesten innerlijk overtuigd raken van het goede (Bakker et al., 2006).

Een meer recentere botsing tussen verschillende denkwijzen over opvoeding speelde aan het begin van de twintigste eeuw. De opvattingen van ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget en psycholoog Watson conflicteerden in het nog steeds voortdurende nature-nurture debat. “Piaget zag de ontwikkeling als een (…) proces dat wel afhankelijk was van input van buitenaf, maar door die input niet echt werd bepaald.”, terwijl Watson een overtuigd behaviorist was: “Met de juiste methode het juiste kind.” In eerste instantie domineerde de opvatting van de behavioristen, maar in de jaren vijftig van de twintigste eeuw herontdekte men de denkwijze van Piaget. Uiteindelijk, paradoxaal genoeg, werden de zogenaamde piagetaanse taakjes als leidraad opgenomen in verscheidene opvoeding- en educatieprogramma’s. (Breeuwsma, 2008). Vandaag de dag beheerst dus een combinatie van nature-nurture de leeromgeving van het kind.

Ongewenst resultaat?

Onderzoeken naar een positieve uitwerking van programma’s om opvoeding en onderwijs te verbeteren hebben echter tot de conclusie geleid dat er weinig tot geen verbetering optreed bij het gebruik van deze onderwijskundige of opvoedkundige methoden. Bijvoorbeeld: in een onderzoek naar de effecten van voorschoolse programma’s van Driessen en Doesborgh uit 2003 werd geconcludeerd dat deze programma’s gewoonweg niet werken (Breeuwsma, 2008). Het enige resultaat is dat men opnieuw op zoek gaat naar het beste, het volledigste en meest nuttige om zo de al bestaande methoden te optimaliseren.

Uit bovenstaande volgt dat de onderwijsvernieuwingen en -hervormingen en pedagogische leerplannen en methoden kennelijk niet het gewenste resultaat leveren. Maar wat is dit gewenste resultaat eigenlijk? Jeanette Doornenbal (2008) legt uit dat te veel vrijheid in opvoeding leidt tot verwaarlozing van het kind, en dat bij te weinig vrijheid het kind onnodig klein wordt gehouden. Met andere woorden: er dient een evenwicht gevonden te worden tussen vrijheid en sturing. Het tot op heden uitblijven van de volmaakte manier van opvoeden spoort alleen maar aan om verder te zoeken naar het nog onbekende beoogde resultaat.

Slot

Tot dusver heeft de evolutietheorie geen bekende doelstelling, doch juist het ontbreken van een bekend eindpunt maakt evolutie zo analoog met de samenleving. De opvoeding wordt stiekem geperfectioneerd, in reactie op de steeds veranderende denkstromingen. Het principe van evolutie verwordt door de toenemende wetenschappelijke kennis over de ontwikkeling van mensen een soort schaduwvergelijking bij alles wat plaatsvindt in de maatschappij. Hoe tegenstrijdig dit ook mag klinken voor tegenstanders van de evolutietheorie, de totstandkoming van de huidige wereld is in alles af te leiden uit de samenhang van natuurlijke selectie in reactie op de omgeving.

Voor nu wordt de evolutietheorie nog weinig betrokken in het wetenschappelijk denken over opvoeding en ontwikkeling, maar in vergelijking met het al veel eerder in de geschiedenis ontstane wijsgerige denkwijzen over opvoeding en ontwikkeling is dat ook niet zo gek: de evolutietheorie is nog maar een groentje binnen de wetenschap. Misvattingen als het gerucht dat mensen van apen zouden afstammen zullen over enkele jaren misschien niet meer bestaan. (Overigens, de mens stamt ook helemaal niet van de aap af; mensen en apen hebben slechts een gemeenschappelijke voorouder.)

Tot zover kan de aandacht voor het opvoedingsideaal, uitgezet tegen de tijd, misschien worden gezien als een steeds sneller stijgende curve, waarvan het eventuele evenwicht en het tijdstip van dit evenwicht nog onbekend zijn. Mijns inziens zal het antwoord op het wat van het ideaal nog even op zich laten wachten; tot die tijd proberen we het hoe zo goed mogelijk in te vullen.
© 2010 - 2024 Renanifa, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Evolutietheorie Darwin versus scheppingsverhaal BijbelEvolutietheorie Darwin versus scheppingsverhaal BijbelIn november van 2009 was het 150 jaar geleden dat het boek over de evolutietheorie van Charles Darwins uitkwam met de ti…
Er is geen hard bewijs voor de evolutietheoriemijn kijk opEr is geen hard bewijs voor de evolutietheorieIs het leven op onze planeet ontstaan door evolutie of door schepping van een hogere macht. Een vraag die ons zal bezigh…
De evolutietheorie volgens DarwinDe evolutietheorie volgens DarwinDe evolutietheorie is een natuurwetenschappelijke verklaring voor de evolutie van het leven op aarde. De theorie is tege…
Galton, Binet & Piaget, een vergelijkingGalton, Binet en Piaget hadden hielden zich alle drie bezig met intelligentie. Zo ook hadden zij alle drie verschillende…

Smith Magenis SyndroomSmith Magenis SyndroomHet Smith Magenis Syndroom ofwel deletion 17p11.2 genoemd, dit omdat het een defect aan het 17e chromosoom betreft, is e…
Backward chainingBackward chainingHet aanleren van een nieuwe handeling is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Een uitstekende manier is dan de backward c…
Bronnen en referenties
  • Bakker, N., Noordman, J., en Rietveld- van Wingerden, M. (2006) Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Assen: Koninklijke Van Gorcum Breeuwsma, G. (2008) Het naadje van de kous? Halfweg ontwikkelingspsychologische kennis en pedagogische bemoeizucht. In: Opvoeding als spiegel van de beschaving. Een moderne antropologie van de opvoeding. Amserdam: Uitgeverij SWP Doornenbal, J. (2008) Integraal jeugdbeleid: hulp of last? In: Opvoeding als spiegel van de beschaving. Een moderne antropologie van de opvoeding. Amserdam: Uitgeverij SWP Hooff, J.A.R.A.M. van (2007) Evolutie`s grootste vondst: het kind. In: Koops, W., Levering, B., Winter, M. de (red.) Het kind als spiegel van de beschaving. Een moderne antropologie van het kind. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Koops, W., Levering, B., Winter, M. de (red) (2008) Opvoeding als spiegel van de beschaving. Een moderne antropologie van de opvoeding. Amsterdam: Uitgeverij SWP
Renanifa (1 artikelen)
Gepubliceerd: 19-09-2010
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Pedagogiek
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Artikelen met het label 'Mijn kijk op…' bevatten naast objectieve informatie ook een persoonlijke mening en/of ervaring.